Prinsjesdag 2016
Whitepaper | 21 september 2016
Download het whitepaper
20 september 2016 was het weer Prinsjesdag, de dag waarop de Miljoenennota, Rijksbegroting en het Belastingplan met aanverwante stukken bij de Tweede Kamer worden ingediend. Hiermee zijn de
fiscale plannen voor het jaar 2017 bekend gemaakt. Ook staan er enkele maatregelen in die pas later in gaan. Wij hebben een kleine selectie van de belangrijkste maatregelen heel kort voor u op een rij gezet.
Aanpak fiscale constructies met vermogen
Box 3 werd ooit ingevoerd als pretbox, in de tijd dat de rente op spaarrekeningen ruim boven het forfaitaire rendement van 4% lag. Inmiddels is een dergelijk rendement al langere tijd onhaalbaar zonder daarbij veel risico te lopen. Sterker nog, de gemiddelde spaarrente is niet eens meer voldoende om de vermogensrendementsheffing mee te betalen. Om de belastingdruk op vermogen te drukken, wordt steeds meer gebruik gemaakt van methoden om te “box-hoppen”, waarmee het vermogen gedurende een bepaalde periode uit box 3 naar box 2 wordt overgeheveld, of door het vermogen onder te brengen in een afgezonderd particulier vermogen (APV), dat onder een gunstiger belastingregime kan worden gebracht. De spelregels daarvoor worden nu aangescherpt.
Zo wordt bijvoorbeeld het box-hoppen waarbij het vermogen wordt ondergebracht in een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) aan banden gelegd en is alleen nog mogelijk als het vermogen ten minste achttien maanden in de VBI wordt ondergebracht. Nu is dat nog zes maanden. Box-hoppen door middel van bijvoorbeeld een Fonds voor Gemene Rekening (FGR) zónder VBI-status wordt niet geraakt door deze maatregel. In veel gevallen blijft dit een interessante optie.
Afschaffing pensioen in eigen beheer
Al enkele jaren ligt het opbouwen van pensioen door een directeur-grootaandeelhouder (dga) bij zijn eigen vennootschap onder vuur. Door verschillende oorzaken, waaronder ook de huidige fiscale spelregels, doen zich in de praktijk regelmatig problemen voor met dit pensioen in eigen beheer. Afgelopen zomer werden uiteindelijk de definitieve contouren geschetst van de wijze waarop het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Deze plannen zijn nu in een wetsvoorstel opgenomen. Vanaf 1 januari 2017 kan geen pensioen in eigen beheer meer worden opgebouwd. Voor bestaande pensioenrechten bestaan dan drie mogelijkheden:
- Ongewijzigd in stand laten – er kan niet meer worden opgebouwd, maar de bestaande rechten blijven in stand en leiden op de pensioendatum tot een levenslange uitkering;
- Afkopen tegen de fiscale waarde, waarbij inkomstenbelasting moet worden betaald over 65,5% van die fiscale waarde als de afkoop in 2017 plaatsvindt, of 75% respectievelijk 80,5% van die waarde als de afkoop in 2018 of 2019 plaatsvindt. Vanaf 2020 is afkoop niet meer mogelijk.
- Omzetten in oudedagsverplichting, waarbij de commerciële voorziening eerst geruisloos wordt afgestempeld tot de fiscale waarde en deze vervolgens jaarlijks wordt opgerent en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd in 20 jaar gelijkmatig wordt uitgekeerd. In deze variant is het mogelijk om de reservering op ieder moment in een extern lijfrenteproduct om te zetten.
Let op! Een eventuele fiscale partner moet instemmen met de keuze en de Belastingdienst moet actief over de keuze worden geïnformeerd.
Stroomlijning belastinginvordering en terugbetaling toeslagen
Wanneer een belastingschuld niet wordt betaald, zal de Ontvanger invorderingsmaatregelen treffen. Vaak gaat het dan om meerdere belastingschulden en eventueel terugbetaling van toeslagen. Op dit moment is het lastig om al die schulden en terug te betalen toeslagen gecoördineerd in een betalingsregeling onder te brengen, omdat per schuld een beoordeling plaatsvindt. Bovendien is voor wat betreft de toeslagen niet de Ontvanger, maar de Belastingdienst/Toeslagen de bevoegde instantie. Voorgesteld wordt om deze regels te stroomlijnen en te komen tot een debiteurgerichte aanpak. De Ontvanger int daarbij zowel de belastingschulden als de terug te betalen toeslagen en behandelt daarbij alle schulden als één totale schuld. Onderdeel van een betalingsregeling kan ook kwijtschelding zijn, die dan ook voor de terug te betalen toeslagen geldt. Vanwege de complexiteit van deze reorganisatie is inwerkingtreding voorzien per 1 januari 2019.
Gebruikelijk loon startups versoepeld
Wie werkzaamheden verricht voor een vennootschap waarin hij ten minste 5% van de aandelen bezit (dga), geniet daarvoor een gebruikelijk loon. Deze beloning moet marktconform zijn en voor de vaststelling daarvan zijn wettelijke regels opgesteld, die grofweg neerkomen op een beloning van 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, met een minimum van € 44.000. Voor dga’s van (startende) ondernemingen met lage of geen winst kan het loon lager worden vastgesteld, dat is nu geen eenvoudig proces. Voorgesteld wordt om het loon van dga’s van innovatieve bedrijven die speur- en ontwikkelingswerk verrichten en voor de S&O-afdrachtvermindering als starter worden aangemerkt, op het wettelijk minimumloon vast te stellen.
Innovatiebox aangescherpt
De innovatiebox, de box met een belastingtarief van slechts 5% voor inkomsten uit innovatie, wordt aangescherpt omdat er (internationaal) afspraken zijn gemaakt die moeten voorkomen dat bedrijven octrooi- en innovatiebox regimes oneigenlijk gebruiken. Bij de aanscherping wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ondernemingen, waarbij vooral grote ondernemingen door de wijzigingen geraakt zullen worden. Onderdeel van de wijzigingen is dat het voordeel van de innovatiebox wordt beperkt tot de winsten die verband houden met in Nederland uitgevoerd speur- en ontwikkelingswerk. Voor grote ondernemingen geldt dat zij niet meer voldoende hebben aan een S&O-verklaring, maar dat tevens sprake moet zijn van een octrooi, kwekersrecht, gebruiksmodel of vergunning voor het in de handel brengen van en geneesmiddel of programmatuur.
De grens tussen grote en kleine ondernemingen ligt bij een netto groepsomzet van € 250 miljoen per 5 jaar en een innovatieboxvoordeel van € 37,5 miljoen per 5 jaar. Ondernemingen die onder deze grens blijven, houden door middel van (alleen) een S&O-verklaring toegang tot de innovatiebox. In alle gevallen moet vanaf boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017 een aanvullende administratie worden bijgehouden.
Auteur
Joyce Bertens